Zowel Sri Lanka als Oman staan op onze bucketlist en in eerste instantie stond Oman hoger op de lijst. Dit soort landen gaan we altijd met een groepsreis, niet omdat het niet kan of afteraden is. We doen dit omdat we de landen niet kennen en een groepsreis voorkomt dan dat eventuele teleurstellingen je bespaart blijven.
De Oman reizen die we zagen waren of al volgeboekt of onduidelijk of de reis wel doorgang gaat vinden. Voor Sri Lanka hadden we twee keuzes, een twee of een drie weken trip. Nu was de twee weken trip van de reisorganisatie van onze voorkeur al vol en dat we zagen dat de drie weken trip gegarandeerd is, hebben we daar op geboekt. 
Een reis naar een ander land vraagt altijd voorbereidingen, vooral als het een land buiten Europa betreft. Voor Sri Lanka is een ETA (Electronic Travel Authorization) nodig en de nodige niet-verplichte vaccinaties. De ETA is aan te vragen bij het Electronic Travel Authorization System van Sri Lanka (https://eta.gov.lk/slvisa/). Voor de vaccinaties kan je terecht bij de GGD, of bij een commercieel bedrijf. Voor Sri Lanka zijn er volgens de website van de GGD de volgende aanbevolen vaccinaties, DTP, BuikTyfus en Hepatitus A, aan te bevelen.
DTP hebben we de laatste keer 10 jaar geleden gehad en was nu nodig en zijn we er dan weer 10 jaar vanaf. Buiktyfus vaccinatie is nooit nodig geweest en dit was de eerste keer en voor hepatitus A hebben we de nodige vaccinaties al gehad en is niet meer nodig. Er zijn geen enkele vragen of eisen gesteld aan enige Covid19 bescherming of vaccinaties 
De vlucht naar Sri Lanka is geheel voor ons geregeld, we hebben alleen zelf de stoelreserveringen gedaan.  
                                We zijn met Qatar Airways van Schiphol naar Doha, Qatar gevlogen en vandaar met Oman Airways naar Colombo, Sri Lanka. Door het slechte weer in de Perzische golf zijn we anderhalf uur te laat in Colombo aangekomen.
De volgende morgen begon de trip met een ochtend toer door Colombo en vandaar langs de kust naar het zuiden tot aan Yala National Park. Onderweg zijn we bij een schildpad opvangcentrum geweest, in het Galle Dutch fort rondgelopen met de oudste protestantse kerk van Sri Lanka en diverse Boeddhistische tempel bekeken.
Vanuit het Yala National Park zijn we naar het Udawalawe National Park gegaan, daar een olifanten wezen opvangcentrum bezocht en een toer door het park gemaakt. Onderweg een aantal hele fraaie en oude Stoepas bezocht. We hebben overnacht in een glamping resort gelegen aan een rivier.
                                De volgende dag zijn we naar het noorden gegaan, het berggebied van Sri Lanka in. De oudste bewoning van Sri Lanka bevindt zich in dit gebied. We zijn gereden naar Nuwera Eliya langs de Buuduruwagala Rock Cavings, Ravana waterval en de Nine Arches Bridge. Nuwera Eliya is de hoogstgelegen stad van Sri Lanka met heel veel Engelse koloniale gebouwen.
Hiervandaan zijn we met de trein door het prachtige landschap naar Kandy gereden. In Kandy zijn we een volle dag gebleven en zijn in het Royal Forest Park, de Botanische tuin en in Sri Dala Maligawa (tempel van de tand) geweest.
Vanuit Kandy zijn we met een overnachting stop in Pelwehare Village Resort naar Trincomalee gereden. Onderweg langs hebben we heel veel ruïnes van de oude Sri Lankaanse koninkrijken en Boeddhistische tempels gezien. Topattractie was Sigirya Palace, (de Leeuwenrots). In Trincomalee zijn in het Fort Frederick, een oud Nederland fort en de fantastische Thirukoneswaram Kovil geweest. Dit is een hindoestaanse tempel. We zijn een volledige dag in Triuncomalee gebleven en hebben een lange strandwandeling gemaakt.
                                Na Trincomalee zijn we naar Jaffna gegaan, de stad waar in de burgeroorlog hevig gevechten zijn gevoerd. In Jaffna zijn we in het Dutch Fort Jaffna, naar Casuarina Beach, een buitengewoon mooi zandstrand en Fort Hammenhiel Dutch Fort geweest.
Jaffna ligt op een schiereiland in het uiterste noorden van Sri Lanka. Onze trip liep naar het einde en we gaan langzaam richting Colombo, de volgende stop was in Anuradhapura, de oude hoofdstad van een van de koninkrijken op Sri Lanka. In Anuradhapura hebben we de Jethavana Dagoba en de Abhayagiriya Dagoba bezicht. Beiden zijn Boeddhistische heiligdommen, verder zijn we bij Mihintale Rock geweest.
De volgende dag zijn we verdergegaan naar Negombo, hier was het eerste toeristische centrum van het land. De laatste dagen zijn we in Negombo gebleven met bezoeken aan de Dutch Canals, de diverse protestantse en katholieke kerken en de vismarkt. 
                                Sri Lanka, ook wel bekend als Ceylon, is een eilandstaat in Zuid-Azië. Het ligt in de Indische Oceaan, ten zuidwesten van de Golf van Bengalen, gescheiden van het Indiase schiereiland door de Golf van Mannar en de Straat Palk. Het deelt een maritieme grens met de Malediven in het zuidwesten en India in het noordwesten.
In de oudheid was Sri Lanka bekend bij reizigers onder verschillende namen. Volgens de Mahāvaṃsa noemde de legendarische Prins Vijaya het eiland Tambapaṇṇĩ ("koperrode handen" of "koperrode aarde"), omdat de handen van zijn volgelingen rood waren geworden door de rode aarde van het gebied waar hij landde. In de hindoeïstische mythologie komt de term Lankā ("Eiland") voor, maar het is niet bekend of het verwijst naar de moderne staat. De Tamil-term Eelam werd gebruikt om het hele eiland aan te duiden in de Sangam-literatuur. Het eiland stond onder Chola-heerschappij bekend als Mummudi Cholamandalam ("rijk van de drie gekroonde Cholas").
Oude Griekse geografen noemden het Taprobanā of Taprobanē, afgeleid van het woord Tambapanni. De Perzen en Arabieren noemden het Sarandīb, afgeleid van het Sanskriet Siṃhaladvīpaḥ. Ceilão, de naam die de Portugezen aan Sri Lanka gaven toen ze in 1505 aankwamen, werd in het Engels vertaald als Ceylon. Als Britse kroonkolonie stond het eiland bekend als Ceylon; het werd in 1948 onafhankelijk als het Dominion van Ceylon. In 1972 wijzigde de naam in de Republic van Sri Lanka, in het kort Sri Lanka., in 1978 is de naam aangepast naar "Democratic Socialist Republic of Srti Lanka. Het land staat nu in het Sinhalees bekend als Śrī Laṅkā en in het Tamil als Ilaṅkai.
                                    Sri Lanka ligt aan de westkant van de Golf van Bengalen en is gescheiden van het vasteland van het Indische subcontinent door de Golf van Mannar en de Straat Palk. In het noorden van het eiland is een ondergelopen landbrug. Het bestaat nu alleen nog uit een keten van kalksteenplaten die voor een deel boven de zeespiegel uitsteken. In de laatste ijstijd, met een zeeniveau ongeveer 100meter lager konden mensen en dieren oversteken naar Sri Lanka.
Het eiland bestaat voornamelijk uit vlakke tot glooiende kustvlakten, met bergen die alleen in het zuid-centrale deel oprijzen. Het hoogste punt is Pidurutalagala, dat 2.524 meter boven de zeespiegel ligt.
Sri Lanka, een eiland in Zuid-Azië heeft de vorm van een traan of een peer/mango. Geologisch gezien wordt het eiland beschouwd als een zuidelijke uitbreiding van het schiereiland India, waarmee het een continentaal plat deelt en enkele van zijn fundamentele geologische kenmerken. Het is geologisch gezien een oud eiland. Het oudste gesteende is 2200 tot 3000 miljoen jaar oud en ligt in een gordel van zuidwest naar noordoost. Naar het oosten en westen is het gesteente in de ondergrond ongeveer 1000 miljoen jaar jonger. 
                                De structuur van dit oude gesteente laat zien dat het onder invloed heeft gestaan van hoge temperaturen en druk, dat duidt erop dat het wel 30 tot 40 km diep in de aardkorst heeft gezeten. Deze hele oude rotsen zijn alleen in het hoge centrale deel aan het oppervlakte zichtbaar met Sigirya Rock als mooi voorbeeld. 
 Dit subcontinent maakt deel uit van Indo-Australische Plaat. Sri Lanka lag tot aan het opbreken van Pangea, 200 miljoen jaar geleden ingeklemd tussen India en Antarctica. Na het opbreken bewoog het subcontinent op de rug van de India plaat naar het noorden tot het botste met Azie. Sri Lanka fungeerde als een brug waardoor Antarctica en Oost-Afrika met elkaar in verband kunnen worden gebracht. Zo vertoont Sri Lanka opmerkelijke geologische en geotectonische overeenkomsten met naburige Gondwana-fragmenten. 
De Proterozoïsche basis van Sri Lanka legt aanzienlijke delen van de onderste continentale korst bloot. In Sri Lanka is 90% van het gebied bedekt met Precambrische (meer dan 600 miljoen jaar oude) metamorfe gesteenten.
De overige 10% die zich in het noordelijke deel van Sri Lanka bevindt, bestaat uit kalksteen uit het Mioceen (0-25 miljoen jaar). Op een aantal plaatsen zijn aan het opperlakte gesteenten aanwezig van Jurassic ouderdom. De meeste van deze rotsen zijn bedekt met recent gevormde klei-lateriet, rode aarde en bodemafzettingen. De metamorfe gesteenten uit het Precambrium worden ingedeeld in nog een paar groepen, zoals weergegeven in het figuur. 
                                Het klimaat van Sri Lanka wordt gekenmerkt door tropische moessons: de noordoostmoesson (december tot maart) en de zuidwestmoesson (juni tot oktober). De ligging tussen de 5e en 10e noorderbreedte zorgt ervoor dat het land het hele jaar door warm weer heeft, gematigd door oceaanwinden en aanzienlijke vochtigheid. De gemiddelde temperatuur varieert van een minimum van 16 °C in Nuwara Eliya in de Centrale Hooglanden (waar in de winter enkele dagen vorst kan voorkomen) tot een maximum van 32 °C in Trincomalee aan de noordoostkust (waar de temperaturen kunnen oplopen tot 38 °C). De gemiddelde jaarlijkse temperatuur voor het land als geheel varieert van 28 tot 30 °C. De dag- en nachttemperaturen kunnen variëren met 4 tot 7 °C. Januari is de koelste maand, vooral in de hooglanden, waar de temperaturen 's nachts kunnen dalen tot 5 °C. Mei, de warmste periode, gaat vooraf aan de zomermoessonregens.
                                Het regenpatroon wordt beïnvloed door de moessonwinden van de Indische Oceaan en de Golf van Bengalen en wordt gekenmerkt door vier seizoenen. Het eerste is van half mei tot oktober, wanneer de winden in het zuidwesten ontstaan en vocht uit de Indische Oceaan aanvoeren. Wanneer deze winden de hellingen van de Centrale Hooglanden bereiken, laden ze zware regenval op de berghellingen en het zuidwestelijke deel van het eiland. Sommige van de windwaartse hellingen ontvangen tot 2.500 mm regen per maand, maar de lijwaartse hellingen in het oosten en noordoosten ontvangen weinig regen. Het tweede seizoen vindt plaats in oktober en november, de intermoessonmaanden. Tijdens dit seizoen komen er periodieke buien voor en soms brengen tropische cyclonen bewolkte luchten en regen naar het zuidwesten, noordoosten en oostelijke deel van het eiland. Tijdens het derde seizoen, van december tot maart, komen de moessonwinden uit het noordoosten en brengen vocht uit de Golf van Bengalen. De noordoostelijke hellingen van de bergen kunnen in deze maanden worden overspoeld met tot 1.250 mm regen. Van maart tot half mei is er een tussenmoessonperiode met lichte, wisselende winden en onweersbuien in de avond.